KOSTENVERSCHIL 2D-TEKENEN VERSUS BIM-MODELLEREN

Het kostenverschil tussen 2D-tekenen en BIM-modelleren ontstaat door vier factoren:

• Het compleet uitwerken van de volledige woning in plaats van delen van de woning.
• Het volledig afstemmen van alle disciplines (bouwkundig, constructief en installatietechnisch).
• Meerwerk voor het implementeren van het BIM-protocol.
• Meer controle vanwege de hoeveelheid informatie in een BIM-model.
• Meerwerkkosten compenseren door diverse besparingen

De meerwerkkosten worden door diverse besparingen gecompenseerd, zoals:

1. Een besparing in faalkosten die volgens een gerenommeerde aannemer 3% reductie bedraagt bij het gebruik van BIM. Dit percentage geldt alleen voor grote renovaties. Voor kleine renovaties en groot onderhoud ligt dit percentage lager. Dat komt omdat bij kleine renovaties en groot onderhoud minder werkzaamheden worden uitgevoerd. Daardoor vindt ook minder data-uitwisseling plaats en zijn er dus minder faalkosten. Hierdoor valt de reductie gemiddeld lager uit.
2. Een besparing in algemene kosten die 6% van de totale projectsom bedraagt. Van deze 6% kan 1/3 bespaard worden door

1. Minder kosten voor overleg en lagere risicokosten in de begroting doordat alles
   is uitgewerkt.
2. Lagere calculatiekosten en kortere werkvoorbereiding doordat alles is te
   herleiden uit het BIM-model.
3. Kortere uitvoeringstijd/kortere inzet van de uitvoerder doordat fouten worden
   voorkomen.

Daarnaast liggen in de toekomst nog meer voordelen met BIM, zoals:

• Het aanvullen van informatie in het model na de oplevering.
• Hoeveelheden voor toekomstige werkzaamheden zijn uit het model te halen. Denk hierbij aan het opstellen van een mjop of het opvragen van offertes voor schilderwerkzaamheden e.d.
  De communicatie kan bij toekomstige werkzaamheden eenvoudiger doordat je virtueel door het model kan lopen en zo kan communiceren.

Deze aanvullende voordelen zijn nog niet in dit rekenmodel meegenomen.

BREAK-EVEN POINT

Het break-even point bij groot onderhoud van een woning ligt op een aanneemsom van circa € 36.000,= per woning. Hierbij worden de meerwerkkosten voor BIM gecompenseerd door de besparingen. Uiteraard is een en ander wel afhankelijk van het soort ingreep en of de ingreep op meerdere onderdelen van de woning betrekking heeft.

Zoals is te zien, ontstaat bij een projectsom van € 35.000,= een klein verlies. Op korte termijn wordt de investering niet terugverdiend. Hierbij is geen rekening gehouden met de exploitatietermijn waarbij het model gebruikt wordt om materialisatie en hoeveelheden te herleiden.

CONCLUSIE

De conclusie is dat BIM bij renovaties in totaal tot een lagere investering kan leiden. Daarom adviseren wij bij renovatieprojecten van enige omvang om BIM toe te passen. Voor zowel grote als middelgrote renovaties geldt dat de besparing door het gebruik van een BIM-model de extra kosten overstijgt en in totaal tot een lagere investering leidt met veel extra voordelen voor de exploitatietermijn.

Voor onderhoudsprojecten geldt dat BIM een lagere totaalinvestering heeft vanaf een projectsom van ongeveer € 36.000,= per woning. Hierbij wordt wel uitgegaan van een project waar meerdere onderdelen van een woning worden vernieuwd/vervangen. Voor de uitwerking in BIM moet dan wel eerst een extra investering worden gedaan ten opzichte van het uitwerken in 2D. Deze extra investering wordt terugverdiend als alle partijen zich conformeren aan het werken met het BIM-model. Op lange termijn kan bij kleinere onderhoudsprojecten wel een besparing worden gerealiseerd. Dit hangt af van de verdere levensduur van een pand en of hier nog andere renovaties of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.

Voor meer informatie of uitleg, neem gerust contact met ons op. Wij vertellen u graag meer over de verschillende mogelijkheden en onze ervaringen.